Pup
Zo introduceer je jouw Australian Labradoodle pup aan andere huisdieren
Je nieuwe Australian Labradoodle pup is thuis! Superleuk, maar misschien heb je nog andere huisdieren waarmee hij zijn nieuwe plekje moet delen. Om ervoor te zorgen dat ze goed aan elkaar wennen geeft ALAEU wat tips.
Bereid de ontmoeting goed voor
Een succesvolle introductie begint al vóór de eerste ontmoeting. Zorg voor een rustig en fijn plekje waar je pup zich kan terugtrekken. Een apart hoekje in huis kan helpen om overprikkeling te voorkomen. Ook is het slim om je huisdieren alvast aan elkaars geur te laten wennen door bijvoorbeeld dekentjes uit te wisselen. En zorg dat je huisdieren met elkaar kennismaken op een goed moment. Bijvoorbeeld als het niet te druk is en er geen extra mensen zijn.
1. Andere honden
Kies voor de eerste ontmoeting een plek buitenshuis uit, zoals ergens op straat, in een park of in de tuin. Houd beide honden aangelijnd en geef ze de kans om elkaar te besnuffelen. Gaat dit goed? Dan kunnen ze samen een stukje wandelen om elkaar beter te leren kennen. Binnen is het belangrijk dat beide honden hun eigen ruimte hebben. Laat je honden niet meteen alles samen doen, zodat de hond die je langer hebt niet het gevoel krijgt dat zijn plek wordt ingenomen. Plan één-op-één momentjes in met beide honden, zodat ze zich allebei gezien en veilig voelen.
2. Katten
Een kat en een pup kunnen vaak prima samenleven, maar dat vraagt soms wel wat geduld. Laat je kat en pup elkaar eerst op afstand observeren, bijvoorbeeld door een hekje of een deur op een kier. Zo kunnen ze wennen zonder direct contact. Zorg dat zowel je kat als je pup altijd de mogelijkheid hebben om zich terug te trekken naar een eigen plekje of een andere kamer. Voorkom daarnaast dat je pup de kat achterna gaat. Ook een speelse sprong richting de kat kan een verkeerde start geven. Als je kat nieuwsgierig wordt en zelf de eerste stap zet, laat hen dan rustig aan elkaar wennen. Vergeet ook niet het voerbakje van je kat op een plek te zetten waar je pup niet bij kan!
3. Konijnen of andere kleine huisdieren
Heb je een konijn of een ander klein huisdier? Dan is het belangrijk om extra voorzichtig te zijn. Honden hebben van nature een jachtinstinct, dus het is belangrijk om je pup niet zomaar los te laten. Laat ze eerst aan elkaar wennen op een veilige afstand. Zorg ervoor dat het konijnenhok stevig en goed afgesloten is, zodat je konijn zich veilig voelt en je pup niet in het hok kan. Houd je pup aangelijnd en let goed op zijn lichaamstaal. Als je ziet dat hij lang naar je andere huisdier staart of te enthousiast is, dan is het verstandig om meer tijd te nemen voordat je ze dichter bij elkaar brengt.
Wees geduldig
Niet alle dieren wennen meteen aan elkaar en dat is heel normaal. Geef ze de tijd en laat de kennismaking op een natuurlijke manier verlopen. Vergeet niet dat verschillende diersoorten ook een andere (lichaams)taal spreken – ze moeten elkaars signalen nog leren begrijpen. Door kalm en sociaal gedrag te belonen met een aai of een traktatie, leren ze elkaars aanwezigheid als iets positiefs te ervaren. Forceer niets en grijp in als een van hen zich ongemakkelijk voelt. Met geduld en de juiste begeleiding kunnen ze op een fijne manier aan elkaar wennen en samenleven.