FAQ

Veelgestelde vragen over de Australian Labra­doodle

Heb je een vraag over Australian Labradoodles? Bijvoorbeeld over voeding, opvoeden of vachtverzorging? We hebben de veelgestelde vragen mét antwoorden voor je op een rij gezet. Staat jouw vraag er niet tussen? Stel hem dan aan jouw fokker of neem contact met ons op.

Om jouw pup zindelijk te maken is het belangrijk om jouw pup regelmatig de mogelijkheid te geven om buiten te plassen. Hoewel het per pup kan verschillen, zijn de volgende momenten goede uitgangspunten:

  • Direct na het wakker worden uit een slaap.
  • Direct na wat drukker spel.
  • Ongeveer 15 tot 30 minuten na het eten.

En anders elke anderhalf tot twee uur.

Een pup heeft meer slaap nodig dan een volwassen hond. Het streven is 16 tot 20 uur per dag aan slaap- en rustmomenten.

Voor elke hond, ongeacht de leeftijd is het goed om terughoudend te zijn met fysiek zware bewegingen zoals traplopen. Een gezonde hond kan prima een trap op- of aflopen op een dag, maar niet te vaak. Wees ook voorzichtig met repetitieve bewegingen zoals meelopen naast de fiets of tijdens het hardlopen of lange stukken in één tempo op een verharde stoep. Door het gebrek aan variatie kan dit fysiek een belasting zijn voor jouw hond.

In alle gevallen is het af te raden om ballen of stokken te gooien voor jouw hond. Fysiek is dit erg belastend voor jouw hond door de snelle actie, gevolgd door plots stoppen en draaien, en dan weer een snelle actie. Daarnaast werkt het gooien van ballen of stokken verslavingsgedrag in de hand en raakt de hond sneller overprikkeld. Met name het gooien van stokken brengt ook een groot risico met zich mee, omdat de stok bijvoorbeeld af kan breken. Dit kan zeer ernstige gevolgen hebben voor een hond.

Hulp nodig? Schakel een dierenfysiotherapeut in.

Een drukke hond heeft lang niet altijd meer beweging nodig. Soms maakt meer rust of regelmaat het verschil. Ook is het goed om na te gaan of jouw hond voldoende mentale uitdaging krijgt en of de wandelingen die je maakt voldoende aansluiten bij zijn behoefte.

Een volwassen hond heeft drie tot vier wandelingen per dag nodig. De kwaliteit van een wandeling is ook belangrijk, de hond moet voldoende tijd krijgen om lekker te snuffelen en struinen, zodat hij zowel fysiek als ook mentaal echt voldaan kan zijn.

Een veel gehoorde spelregel rondom het wandelen met een pup is de zogenaamde 5-minuten-regel. Deze regel houdt in dat je per maand dat jouw pup oud is, 5 minuten bij de totale wandeltijd mag optellen. Hoewel dit een goed uitgangspunt is, is het niet zaligmakend. Het is bijvoorbeeld belangrijk om goed te kijken naar het type beweging. 5 minuten druk spelen is niet te vergelijken met 5 minuten rustig slenteren door het park. Gebruik daarom ook altijd je gezond verstand en kijk goed naar de lichaamstaal en uitstraling van je pup.

Ja, dat klopt! Voor de gezondheid van jouw pup is het heel belangrijk dat hij altijd toegang heeft tot vers drinkwater. In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, helpt het weghalen van water ook niet om jouw pup sneller zindelijk te maken. Weghalen van water kan schadelijk voor zowel het lichaam als de mentale toestand van een hond zijn. Geen toegang tot water heeft bijvoorbeeld gevolgen voor de darmen en nieren van een hond. Ook geeft het een gevoel van stress bij de hond waardoor ze onder andere kunnen gaan hijgen. Dit hijgen creëert weer meer dorstgevoel. Enkele voorbeelden: bullenpees, runderoor, slokdarm, luchtpijp, et cetera.

De meeste pups starten na het krijgen van moedermelk met viermaal daags een eetmoment per dag. Deze spreiding is nodig omdat ze nog niet zoveel voedsel in één keer kunnen verwerken. Na enkele maanden kun je afbouwen naar drie momenten per dag en rondom het eerste levensjaar naar twee momenten per dag.

Kauwen is een normale behoefte van zowel pups als volwassen honden. Honden kauwen bijvoorbeeld om tot rust te komen, voor hun plezier of als stimulatie. Om die reden is het ook goed om te zorgen dat jouw hond altijd iets te kauwen heeft, anders gaat hij misschien kauwen op iets waarvan je liever niet hebt dat ze dat doen. Pups willen graag extra kauwen op het moment dat ze tanden aan het wisselen zijn. Het kauwen kan een verlichting zijn voor het gevoel van pijn of ongemak.

De voorkeur gaat uit naar natuurlijke snacks op vlees- of visbasis. Een hond is vaak meer gebaat bij snacks die niet bewerkt zijn en geen overdaad aan geur-, kleur- en smaakstoffen bevatten. Let ook goed op bijvoorbeeld het zoutgehalte in snacks of de hoeveelheid koolhydraten door de aanwezigheid van granen. Om de tanden te reinigen heeft de hond voldoende aan een onbewerkte kauwsnack van dierlijk materiaal.

De meest voorkomende soorten voeding voor een Australian Labradoodle zijn vers vlees en brokken. Sommige fokkers kiezen voor het één of het ander, maar een combinatie van beide opties is ook mogelijk. Laat je goed informeren door jouw fokker en voer de eerste periode ook wat jouw pup gewend is om bij de fokker te krijgen zodat de darmen niet direct van slag raken na de verhuizing. Voor persoonlijk advies is het ook een optie om een voedingsdeskundige te raadplegen.  

Casteren is het steriel (onvruchtbaar) maken van een dier. Casteren kan zowel bij reuen als ook bij teefjes worden uitgevoerd, hoewel we het bij die laatste groep vaak steriliseren noemen. Bij een reu die gecastreerd wordt, worden de zaadballen weggehaald zodat hij niet langer vruchtbaar is. Bij een teef die gecastreerd wordt, worden de eierstokken weggehaald zodat zij niet langer vruchtbaar is. Bij sterilisatie worden de zaadleiders (reu) of eileiders (teef) onderbroken, maar niet weggehaald. Hiermee is het dus een ander type operatie dan een castratie omdat de zaadballen en eierstokken in het lichaam blijven. De hond wordt met deze ingreep wel onvruchtbaar gemaakt, maar de hormoonhuishouding blijft intact. Voor reuen is er ook de optie van een chemische castratie door middel van een hormoonimplantaat. Dit implantaat maakt de reu tijdelijk onvruchtbaar en werkt zo’n zes tot twaalf maanden.

Castratie kent zowel voor- als nadelen voor zowel de fysieke als ook de mentale gezondheid van een hond. Dit maakt ook dat het per hond afhankelijk is of castratie of sterilisatie een passende ingreep is. Weeg altijd de voor- en nadelen van de verschillende opties af met hulp van een dierenarts en/of een gedragsdeskundige met expertise op dit gebied.

Hoewel dit per individuele hond kan verschillen, zien we vaak de eerste tekenen van puberteit tussen de leeftijd van zes en negen maanden. Ergens tussen de twee en drie jaar bereiken de meeste honden hun volwassenheid.

Elke hond in Nederland wordt verplicht gechipt en krijgt een Europees dierenpaspoort. De chip van een hond moet door de dierenarts worden geregistreerd bij een erkende databank. Zo kan bij een vermissing altijd het baasje van de hond worden opgespoord. In het Europees dierenpaspoort staan onder andere het chipnummer, de vaccinaties van de hond en de bevindingen van een algemene gezondheidscheck.

Ontwormen is het toedienen van een tabletje met hierin worm dodende bestanddelen. Je geeft deze tabletten op het moment dat er sprake is van een besmetting met wormen bij jouw hond. Het heeft geen effect om preventief een ontwormingstablet te geven. Dit type middelen geeft de hond geen bescherming ,maar is alleen effectief als er al wormen(eitjes) in het lichaam zijn. Om te controleren of er sprake is van aanwezigheid van wormen(eitjes) is het uitvoeren van een ontlastingsonderzoek aan te raden. Bij pups doe je dit maandelijks tot ze de leeftijd van zes maanden hebben bereikt. Hierna herhaal je het ontlastingsonderzoek zo’n vier per jaar.

Bij een titerbepaling worden de antistoffen in het bloed van de hond gemeten. Op dit moment is het mogelijk om een titerbepaling uit te laten voeren voor Distemper, Parvo en Hepatitis. Op het moment dat een hond nog over voldoende antistoffen beschikt, is het niet nodig om opnieuw te vaccineren. Je kunt een titerbepaling ook gebruiken als controle om te zien of een eerder gegeven vaccinatie is aangeslagen. Met name in de puppyperiode is dit zeer nuttig omdat een vaccinatie niet altijd aan slaat als een pup nog voldoende bescherming heeft vanuit de moederhond. Je kunt de titerbepaling ook inzetten om helemaal op maat te vaccineren. Hierbij wacht je tot de antistoffen in het bloed voldoende gezakt zijn voor de vaccinatie om aan te slaan. Informeer bij jouw fokker wat hun werkwijze is op dit gebied.

In Nederland is het mogelijk om te vaccineren voor de volgende ziektes:

  • Distemper (ook wel bekend als hondenziekte)
  • Parvo
  • Hepatitis
  • Leptospirose (ook wel bekend als ziekte van Weil)
  • Ziekte van Rabiës
  • Kennelhoest (ook wel bekend als Para-influenza + Bordetella)

Vaccineren tegen Distemper, Parvo en Hepatitis gaat in één keer via een zogenaamde cocktailenting. Deze enting herken je aan de afkorting DHP en gedurende het leven van de hond kan deze meerdere malen gegeven worden. Dit is ook de vaccinatie die een pup gedurende zijn eerste levensmaanden meerdere malen kan krijgen, omdat de immuniteit dan nog in ontwikkeling is.

Leptospirose kennen we vooral als de ziekte van Weil. Een vaccinatie beschermend tegen vier verschillende varianten van de ziekte. Je herkent deze enting aan de afkorting L4.

De ziekte van Rabiës (ook wel bekend als hondsdolheid) komt in Nederland nauwelijks voor. Voor reizen over de grens is deze vaccinatie verplicht, dus denk hieraan als je op vakantie wilt met de hond. Je moet minimaal drie weken voor vertrek de hond laten vaccineren in verband met de wachttijd van de enting.

Tot slot is er kennelhoest. Deze ziekte kan bacterieel zijn (Bordetella) of viraal (para-influenza). Bescherming hiertegen kan een hond krijgen met een normale vaccinatie, maar er bestaat ook een neusdruppel-variant.

Wettelijk gezien is het voor eigen niet verplicht om hun hond te vaccineren, met uitzondering van de vaccinatie tegen Rabiës bij reizen over de grens. Het is wel mogelijk dat een hondenschool, pension of uitlaatservice eisen stelt aan de beschermingsstatus van jouw hond. Ben je op zoek naar informatie over verplichte vaccinaties als je over de grens wilt reizen? Raadpleeg dan de website van de LICG.

Om de dierenartskosten van jouw hond te betalen, zijn er meerdere opties. De meest voorkomende zijn een dierenverzekering en het opbouwen van een eigen spaarpotje. Beide opties hebben voor- en nadelen. Zo vergoed een verzekering vaak maar een bepaald percentage en kunnen sommige kwalen uitgesloten zijn. Wel geeft een verzekering de zekerheid dat je vaak wel een (aanzienlijk) deel van de kosten vergoed krijgt, zeker in spoedsituaties. Een spaarpotje is fijn omdat het je alleen geld kost als je ook daadwerkelijk kosten hebt. Echter, bij een spoedsituatie of operatie kan het al snel niet meer voldoende zijn. Weeg voor jezelf de opties af en informeer bij diverse partijen welke voorwaarden en uitzonderingen er zijn bij hun verzekering.

In de puppytijd wat vaker dan op volwassen leeftijd. Dit heeft alles te maken met vaccinaties en/of titeren. Later ga je gemiddeld een keer per jaar voor een preventief bezoek. Uiteraard raadpleeg je de dierenarts altijd bij vragen over de gezondheid en als jouw hond ziek is of je er een niet-pluisgevoel bij hebt. Voor een positieve associatie met de dierenarts kan het ook heel nuttig zijn om bezoekjes te plannen waarbij er niets vervelends gebeurt, zeker in de puppytijd.  

Dat is afhankelijk van het type haar van jouw hond, maar ook hoe gewend de hond is aan de verzorging. Hier op jonge leeftijd in investeren is een must om op latere leeftijd goede vachtverzorging te kunnen geven. Trek gemiddeld een tot twee uur per week voor de verzorging uit met een piek rondom de periode van de vachtwissel.

Voor de vachtverzorging zijn enkele items essentieel, maar er zijn ook diverse materialen die heel handig zijn maar geen absolute must. Hierin speelt onder andere het vachttype van de hond een rol, maar ook of je als baasje zelf kan trimmen.

Je kunt in elk geval niet zonder:

  • een borstel met pennen (bijvoorbeeld de Les Pooch of Activet) voor het algemene onderhoud van de vacht.
  • een kam voor het controleren op klitjes.
  • een schaar met stompe puntjes voor het bijknippen van de haren in de ooghoekjes en rondom het poepertje.
  • een waterblazer voor het uitblazen van de vacht bij nattigheid of lichte vervuiling.

Dat is zeker mogelijk. Veel trimmers bieden hiervoor een dagcursus of workshop aan. Informeer in de buurt of bij jouw fokker naar goede adressen hiervoor.

Bij zichtbare en flinke vervuiling en anders rondom elke trimbeurt. Een vieze vacht raakt sneller in de klit en is daarbij niet bevorderlijk voor het materiaal waarmee je de vachtverzorging doet. Gebruik voor het wassen altijd een hondenshampoo en vergeet niet om de hond na afloop goed droog te blazen.

Een puppyvacht is meer open en daardoor minder klitgevoelig. Ergens in de periode tussen pup en volwassenheid gaat de hond door een periode van vachtwissel. De losse puppyvacht verandert dan in de normale vacht die we kennen van een volwassen Australian Labradoodle. Deze periode kan gepaard gaan met (extreme) klitvorming en dan kan het nodig zijn om de frequentie van borstelen (en trimmen) te verhogen. Laat je vooraf altijd goed informeren door jouw trimmer hoe je om kunt gaan met deze periode.

Gemiddeld een tot twee keer per week, afhankelijk van het vachttype, de lengte en de leeftijd van de hond. In de periode van vachtwisseling is dit vaker.

Gemiddeld eens in de acht tot twaalf weken, afhankelijk van het vachttype, de lengte en de mate van onderhoud die je zelf verricht tussen de trimbeurten door.

Bekijk hier een voorbeeld.

Als fokker heb je veel informatie tot je beschikking die je moet afwegen bij het maken van een combinatie tussen twee ouderdieren. Factoren waar je rekening mee dient te houden zijn bijvoorbeeld:

  • Verwantschap tussen de dieren (inteeltpercentage).
  • Gedrag van de ouderdieren en de afweging hierbij welk gedrag je wilt versterken en welke gedrag je wilt afzwakken.
  • Uitslagen van gezondheidstesten (heupen, ellebogen, patella’s, ogen).
  • Uitslagen van DNA-testen (ras-specifieke eigenschappen en ziektes).

Kennis van de lijnen, stambomen en voorouders.

Om over de grens te mogen reizen, moet de pup gevaccineerd worden tegen de ziekte van Rabiës. Deze vaccinatie mag gegeven worden vanaf de leeftijd van twaalf weken. Hierna duurt de immunisatie nog drie weken. Als een pup vijftien weken is, mag hij legaal het land verlaten.

Volgens de Nederlandse wet mag een pup vanaf de leeftijd van zeven weken verhuizen. Gangbaar is verhuisleeftijd rond de acht à negen weken, maar ook leeftijden van tien tot twaalf weken behoren tot de mogelijkheden. Informeer bij de fokker waar jij een pup wilt aanschaffen wat hun werkwijze op dit onderwerp is.

De gemiddelde prijs voor een pup ligt tussen de € 2.000 en € 3.500.

De ALAEU is een vereniging die gerund wordt voor en door leden. Om de leden te ondersteunen bij hun fokactiviteiten, hebben zij diverse hulpmiddelen tot hun beschikking:

Databank Zooeasy
In de databank van Zooeasy staan tientallen generaties Australian Labradoodles, maar ook hun voorouders. In de databank staan bijvoorbeeld uitslagen van de gezondheidstesten. Ook is het een mooi hulpmiddel om het inteeltpercentage van een potentiële oudercombinatie te berekenen.

Fokcommissie
De fokcommissie is een samenstelling van diverse leden met uitgebreide kennis en ervaring rondom het fokken van de Australian Labradoodle. Zij adviseren voornamelijk onze beginnend fokkers over de beoogde combinaties van ouderdieren. Ook het adviseren van de overige leden over combinaties en aankopen behoort tot hun takenpakket. Tot slot geven zij gevraagd en ongevraagd advies aan het bestuur over ontwikkelingen die relevant zijn voor ons ras. 

Fokregels
De fokregels maken het mogelijk om volgens de regels zo gezond mogelijke combinaties van honden te maken, rekening houdend met de gezondheid, het gedrag en het uiterlijk van de honden.

Document voor startende fokkers & informatiebijeenkomsten
Onze beginnende fokkers helpen wij extra op weg met behulp van een zeer uitgebreid startersdocument en meerdere informatiebijeenkomsten. Op deze manier geven wij essentiële informatie voor het starten en opzetten van hun fokprogramma en alles wat daarbij komt kijken.

Een bij de ALAEU aangesloten fokker gaat elk jaar opnieuw akkoord met het naleven van de fokregels en de Code van Ethiek. Hiermee onderschrijven zij dat ze een bewust bijdrage leveren aan een gezond en stabiel hondenras. Ook vraagt de ALAEU van haar leden een bewijs van vakbekwaamheid, behaald bij een door de overheid erkende instantie.

Bekijk hier de beschikbare nestjes.