Leden

ALAEU Australian Labradoodle Rasstandaard

Algemeen voorkomen

Moet atletisch en sierlijk lijken met een compact lichaam dat kracht vertoont met een gemiddelde botstructuur. Mag niet log of zwaar lijken, noch overdreven fijn. Ze hebben een vrij vloeiende golvende of gekrulde vacht die niet verhaart en allergievriendelijk is. 

Temperament

Slim, vriendelijk, sociaal, komisch, vrolijk, energiek wanneer ze vrij zijn en zacht en rustig in de omgang. Ze benaderen mensen op een vrolijke vriendelijke manier met oogcontact, en zijn scherpzinnig en gemakkelijk te trainen. Ze kunnen een intuïtie tonen over de huidige emotionele toestand of behoeften van hun gezinsleden of begeleider. Op basis van deze intuïtie kunnen sommige Australian Labradoodles worden opgeleid tot hulphond. 

Maten

Er zou geen merkbaar verschil moeten zijn in het algemene uiterlijk van de drie maten, behalve het verschil in grootte:

• Mini:
  Schofthoogte: 35cm tot 43cm  
  Gewicht: 7 kg tot 13 kg
• Medium:
  Schofthoogte: 43cm tot 53cm 
  Gewicht: 13 kg tot 20 kg.
• Standaard:
  Schofthoogte: 53 cm tot 63 cm 
  Gewicht: 20 kg tot 28 kg 

Hoofd

Matig breed met goed gedefinieerde wenkbrauwen. De neus moet matig zijn en de ogen moeten goed uit elkaar staan. Het hoofd moet matig breed zijn; ontwikkeld, maar zonder overdrijving. Voorhoofd moet korter lijken dan schedel. Het hoofd moet zuiver gesneden zijn en vrij van vlezige wangen. Het hele hoofd moet in verhouding staan tot de grootte van de hond. Schedel moet licht afgerond zijn, maar niet gewelfd. Voorhoofd middelmatig breed, snuit niet scherp, maar moet diepte en breedte hebben. Het hoofd moet op natuurlijke wijze overgaan in een sterke, licht gebogen en gespierde hals en niet “vastgeplakt” lijken. Het hoofd moet volledig bedekt zijn zoals op het lichaam, de benen en de staart.

Ogen

Breed aangezet, groot, expressief en licht afgerond. Brede ronde of smal gevormde ogen zijn minder gewenst.

Oren

Iets boven ooghoogte geplaatst en moeten plat tegen het hoofd liggen in verhouding tot de schedel met een lichte lift aan de basis voor luchtstroom. Het oor moet middelmatig dik zijn en mag niet onder de onderlip lijn uitkomen.

Bek

Moet een schaargebit zijn. De boventanden moeten de ondertanden net overlappen. Een compleet gebit van een volwassen Australian Labradoodle bestaat uit 42 elementen. 

Neus

Moet groot, vierkant en vlezig zijn. Niet smal, geknepen of puntig.  

Hals

Goed geproportioneerd en van goede sterkte, matig lang met een elegante uitstraling. Licht gebogen en zonder abruptheid overlopend in de schouders. 

Voorhand

Schouderbladen en bovenste deel van de voorpoten moeten even lang zijn en de schouders moeten goed naar achteren liggen. De ellebogen zijn dicht bij het lichaam geplaatst. De voorbenen moeten van voren gezien recht zijn. 

Lichaam

De hoogte (tot de schoft) en de lengte (van het borstbeen tot de punt van de bil) moeten vierkant en compact lijken. Goed gewelfd. Lendenen moeten sterk en gespierd zijn. 
Vlakke bovenlijn, sterk over de lendenen en licht hellend kruis en met schuine schouders overgaand in stevige ellebogen en voorbenen recht op de grond. De gewrichten moeten een gemiddelde hoeking hebben en lang zijn, met korte sterke sprongen parallel en recht op de grond. Het is een galopperende hond, dus de flanken moeten oplopen tot een gemiddelde ophanging, vanuit een diepe borst en goed gewelfde maar niet tonvormige ribben.   

Achterhand

In profiel is het kruis bijna vlak, een lichte helling van het kruis is aanvaardbaar. De gewrichten moeten matig gedraaid zijn om de voorwaartse beweging voort te stuwen, en de achterhand moet goed gespierd zijn voor kracht in beweging. Het spronggewricht moet sterk en kort zijn en loodrecht op de grond staan. Achteraanzicht moet parallel zijn aan elkaar. 

Voeten

De voeten zijn middelgroot, rond met goed gewelfde tenen en elastische en dikke voetzolen. De voeten mogen niet naar binnen of naar buiten draaien. Het ras wordt geboren zonder achterste wolfsklauwen. 

Staart

Een sabelvormige staart. De staart moet de bovenlijn volgen in rust of in beweging. Hij mag vrolijk gedragen worden.

Beweging

De draf is moeiteloos, soepel, krachtig en gecoördineerd bij volwassen honden. Moet een goede reikwijdte aan de voorkant hebben en gedrevenheid van achteren voor voorwaartse beweging. Gezond vrij gangwerk en een lichte gang zijn essentieel. Van voren of van achteren gezien draaien de benen niet naar binnen of naar buiten. In galop moeten ze bijna boven de grond lijken te zweven. Licht en luchtig, vloeiend en vrij bewegend met een volledige afwezigheid van schijnbare inspanning.  

Vacht

Een onderscheidend kenmerk van dit ras is dat de vacht nauwelijks verhaart en minimale hondengeur heeft. De vacht is allergievriendelijk voor de overgrote meerderheid van personen met hond gerelateerde allergieën. De vacht moet gelijkmatig zijn over het hele lichaam. Hij moet recht, golvend of spiraalvormig zijn. Het moet een enkele vacht zijn. Kan variëren van fleece tot wol qua textuur. De vacht met vacht textuur is een zachte textuur zoals bij de Angorageit. Het kan een recht golvend uiterlijk hebben of een zachte spiraalvormige krul. 
De wolstructuur is als lamswol. Hij moet er uitzien als lossere spiraalvormige wol, die zich gemakkelijk opent naar de huid. 

Fouten

• Karakter:
  Elk teken van agressie of dominantie. Angstig, timide, kefferig of hoog gespannen temperament.

• Lichaam:
  • Korte of te dikke nek
  • Lange rug
  • Naar binnen of naar buiten lopen
  • Te korte voorpoten
  • Rechtopstaande schouders zijn een fout, evenals rechte gewrichten
  • Enkelvoudige of omgekeerde vulva
  • Koeienhakken zijn een fout, evenals naar binnen of naar buiten draaiende tenen
  • Over- of ondermaats.

• Beweging: Slechte houding of zware gang

• Hoofd:
  • Zwakke onderkaak is een fout
  • Een lang smal (poedelhoofd) of blokhoofd
  • Uitpuilende of ingevallen ogen. Waterige of tranende ogen
  • Hoektanden mogen niet in het tandvlees prikken
  • Over- of onderbeet of tangvormige mond
  • Overmatig haar in de gehoorgang is ongewenst

• Staart:
  Staart mag niet volledig over de rug krullen. Het puntje van de staart mag de rug niet raken noch op zichzelf krullen.

• Vacht:
  De vacht mag niet te dik of dicht zijn of strak gekruld, noch mag hij pluizig of donzig zijn. Elk teken van ondervacht is een ernstige fout. Extreem hard haar is zeer ongewenst.  Het mag niet verharen. 

• Kleur: albinisme en merle

• Voeten: achterste wolfsklauwen.