Over het ras
Vachtverzorging
Het is belangrijk om de vacht van een Australian Labradoodle gezond te houden. Steek dus tijd en energie in de verzorging van de vacht. Waar je rekening mee moet houden? We delen wat handige tips!
Lengte van de vacht
De gewenste lengte van de vacht is afhankelijk van de vachtlengte, vachtdichtheid, vachtperiode, frequentie van onderhoud en de omgeving. Hoe langer de vacht is, hoe vaker er onderhoud nodig is.
Vachtperiode
8 tot 24 weken: puppyvacht. Bouw de vachtverzorging rustig op. Zorg voor een veilige plek voor de verzorging, blaas met een vachtblazer en borstel dagelijks met een zachte puppyborstel, bijvoorbeeld een houten pennenborstel, de vacht om samen op een positieve manier te wennen aan de vachtverzorging en was maandelijks tot 24 weken.
6 tot 24 maanden: vachtverandering. In deze periode ontstaan eenvoudig klitten vanaf de huid. Blaas dagelijks de vacht open om hierop te controleren. Zijn er klitten? Bescherm de vacht met een vachtspray, borstel deze er voorzichtig uit en controleer met de kam of de klit eruit is. Borstel bij voorkeur op een gewassen vacht. Was de vacht wekelijks met verzorgende shampoo en een voedende conditioner om klitten te voorkomen. Laat de vacht liever niet langer dan vier centimeter zodat je makkelijker vanaf de huid kunt borstelen.
Vanaf 24 maanden. De vacht is stabiel en heeft minder verzorging nodig. Een tot twee keer per maand wassen en borstelen kan voldoende zijn afhankelijk van de lengte en overige factoren. Het is aan te raden om elke dag huid en haar te controleren.
Borstelen
Borstel jouw hond een tot twee keer per maand goed door – het liefst na het wassen – met een universele borstel met verend bed; een borstel met gebogen stalen pinnetjes van bijvoorbeeld Activet, Les Poochs of ChrisChristersen Coral Brush.
Borsteltips
Blaas eerst de vacht volledig door, zodat deze luchtig is en eventuele klitten zijn opgespoord. Bescherm voor het borstelen de vacht met een vachtspray. De vacht wordt hierdoor gladder en borstelt veel makkelijker door het sluiten van de haarschubben. Werk vanuit de ontspanning, het liefst met een liggende hond. Begin onderaan, bijvoorbeeld bij een achterpoot en werk rustig naar boven. Houd met één hand het haar omhoog en borstel vanaf de huid kleine plukjes onder je hand weg. Laat je borstel voor je werken, zet geen druk op huid of haar. Als je kracht moet geven heb je te veel haar in je borstel. Ook bij het borstelen van de staart borstel je van het puntje steeds verder naar de aanzet vanaf de huid.
Controleer na het borstelen altijd de vacht met een kam. Deze hoort er zonder problemen door te glijden. Blijf je haken? Dan zit er nog een klit in. Borstel deze voorzichtig uit.
Is je Labradoodle na het borstelen veel te pluizig? Spray de vacht in met vachtspray of water, en haal je handen er even door. De vacht is dan weer lekker ruig.
Klitten
Kom je bij het borstelen klitten tegen? Tik de borstel voorzichtig in de klit totdat deze er makkelijk door glijdt. Is de klit te groot? Snijd deze door met een klittenkam, waarna je de klitjes er weer uit kunt borstelen. Zijn de klitten zo hevig dat je de huid niet meer kan zien? Dan is er sprake van vilt. Dit trekt aan de huid en is pijnlijk. Deze klitten kun je het beste door een professional laten verwijderen. Knip ze er niet zomaar uit, de huid kan hierdoor al snel beschadigen.
Wassen
Was je doodle liefst elke twee weken, maar minimaal een keer per maand, met een verzorgende hondenshampoo en voedende conditioner. Shampoo reinigt haar en huid, en opent de haarschubben. Conditioner voedt huid en haar, en sluit de haarschubben. In de periode van de vachtverandering is het raadzaam om wekelijks te wassen.
Trimmen
Het haar van een Australian Labradoodle groeit snel; ongeveer een centimeter per maand. Om te zorgen dat je de vacht goed bij kunt houden, is het aan te raden om deze regelmatig (elke vier tot acht weken) te knippen.
- Kop. Om te zorgen dat je de liefdevolle blik van je hond kunt blijven zien, houd je de oogjes mooi vrij. Knip de ooghoekjes kort en werk de oogboog bij. Knip deze – net als de neusbrug – niet te kort. Houd de kin lekker kort.
- Oren. Knip de gehoorgang en het haar onder het oor lekker kort.
- Snor en sik. Deze moeten een mooi rond geheel vormen met het hoofd. De snor mag wel in een ronding van de neus naar de gehoorgang geknipt worden. Dat voorkomt dat er etensresten in de snor achterblijven.
Poten. Knip de voetzolen vrij van haar. Dit voorkomt het binnenslepen van water en vuil. Knip het voetje rond, maar laat de nagels bedekt voor een mooie berenlook. - Oksels en buik. Het haar op deze plekken kun je lekker kort houden.
- Staart. Het stuk staart dat tegen de anus valt kun je kort houden, zodat er geen ontlasting in blijft hangen.
Let op: knip de vacht liever niet korter dan 1,5 centimeter in verband met de bescherming van de huid. Tussen de twee en vijf centimeter is een prachtige knuffelbare lengte. Hulp nodig bij het trimmen? Zoek dan een trimmer bij jou in de buurt.