PARENT BREEDS
De Australian Labradoodle is niet een gewone kruising is tussen een labrador en een poedel. In de loop der jaren zijn er waarschijnlijk 6 rassen gebruikt om te komen tot de hond die we nu hebben; de Australian Labradoodle. Het “recept” is niet precies bekend en daarom is de Australian Labradoodle ook niet na te maken.
De volgende 6 rassen zijn gebruikt:
- PoedelÂ
- Labrador Retriever
- Ierse Water Spaniel
- Curly Coated Retriever
- Amerikaanse Cocker Spaniel
- Engelse Cocker Spaniel
De Ierse Waterspaniel was het eerste ras dat gebruikt werd na de 2 basis-rassen.
De Curly Coated Retriever bracht wat meer retriever-karaktertrekken in de labradoodle. Helaas gaf deze retriever ook wat minder haar op de neus; dit is iets dat we niet willen zien en moet dus weer weggefokt worden.
Als laatste zijn de Cocker Spaniels ingebracht om de kleinere maten wat meer “body” te geven. Nadeel waren de wat te lange oren en een verharende vacht.
Alleen bovengenoemde 6 rassen mogen in de stamboom van de Australian Labradoodle terug te vinden zijn. Honden die geregistreerd worden bij de ALAEU, kunnen alleen de bovengenoemde 6 rassen in hun stamboom hebben. Elk ander ras in de stamboom, wordt niet erkend binnen de ALAEU.
Het huidige generatieschema van de ALAA wordt op dit moment gehanteerd. Daarin wordt uitgegaan van 3 rassen die samen een Australian Labradoodle vormen. Dat zijn de labrador, poedel en cockerspaniel (Engelse en Amerikaanse). Voor de opbouw van het generatieschema verwijzen we naar de website van de ALAA.